Naar de ‘winkel’ in hartje Weert om een graf te regelen op de nieuwe Natuurbegraafplaats Weerterland
De voorbereiding duurde zesenhalf jaar, maar maandag is de Natuurbegraafplaats Weerterland van start gegaan. Dat gebeurde opvallend genoeg met het openen van een infopunt in een winkelruimte in de binnenstad van Weert.
„Er zijn in Nederland nu twintig natuurbegraafplaatsen, maar wij zijn de enige die in een winkelruimte zitten in het centrum”, lacht de 57-jarige Emiel Paquay. Samen met zijn vrouw Nathalie (55) en hun oudste zoon Jules stapt de Weertenaar zo in de wereld van de uitvaarten. Een opvallende etalage met daarin opgestapelde blokken hout trekt de aandacht op de Nieuwe Markt, waar opa ooit het warenhuis Paquay runde. Het idee om een ‘winkel’ te openen, is deels uit nood geboren: de kleine ontvangstruimte op de natuurbegraafplaats aan de Heihuisweg moet nog worden gebouwd en het duurt nog minstens een jaar voor die klaar is.
Informatiepunt
„Een graf op een natuurbegraafplaats wordt door 80 procent van de mensen bij leven gekocht”, weet Emiel. Een informatiepunt in het stadshart, waar men op afspraak terechtkan, lijkt dan niet onlogisch. „We gaan kijken hoe het loopt”, zegt Emiel. De familie Paquay gooit met de natuurbegraafplaats het roer om. Emiel legde zich jaren toe op het bestieren van outletwinkels met merkschoenen, ook in het buitenland. „Dat betekende achter de laptop zitten en heel veel kilometers rijden. Met stevige rugklachten tot gevolg”, vertelt hij.
Regeltjesmoeras
Volgens Nathalie ontstond het idee om een natuurbegraafplaats te beginnen toen ze zelf een uitvaart bijwoonden op zo’n plek in Heeze. „Dat was zeven jaar geleden”, vertelt ze. Van een neef nam het echtpaar 8,7 hectare bos over nabij het Blauwe Meertje in Weert. Samen met een naastgelegen akker, waar heide komt, is het terrein bijna 11 hectare groot. „We dachten twee jaar nodig te hebben om alles te regelen.”
De website kwam online en zestig mensen toonden al interesse in een graf. Maar het opstarten duurde uiteindelijk zesenhalf jaar. „Je komt in het regeltjesmoeras van de overheid terecht”, verzucht Emiel. „De ambtenaren werkten wel mee, maar er moesten zoveel onderzoeken worden gedaan: naar het verkeer, de flora en fauna, het grondwater, de bodem, de stikstofdepositie.” Ook waren drie archeologische onderzoeken nodig. „Op twee plekken zijn resten van vuursteen van wel 10.000 jaar oud gevonden. Daar maakten ze in die tijd bijlen en pijlpunten van. Die locaties mogen we niet gebruiken”, legt Emiel uit.
Rugklachten
In die periode van zesenhalf jaar kon hij wel al aan de slag. „Als boseigenaar ben je verplicht Amerikaanse vogelkers te verwijderen, een woekerende exoot. Ook hebben we de wandelpaden opgeknapt. Na drie weken werken in het bos was ik van al mijn rugklachten af”, zegt Emiel. De Paquays verwachten twee uitvaarten per week op de natuurbegraafplaats. De te bouwen ontvangstruimte wordt klein, omdat het idee is dat dierbaren ‘en petit comité’ naar hun rustplek worden gebracht. „Weert kent al veel mooie locaties waar eerst een uitgebreide dienst mogelijk is, zoals de Paterskerk of de Schuttershoeve”, legt Emiel uit. „Een grote opening houden we niet”, zegt Emiel. „We willen rustig aan beginnen.”
De Limburger | tekst: Erwin Schmidt | foto: Jeroen Kuit – Leer hier het artikel.